Net als mensen en paarden hebben ook honden houdings- en bewegingsspieren. De houdingsspieren (de dieper gelegen buik- en rugspieren) zorgen voor rompstabiliteit in het lichaam, ook wel core stability genoemd. Zij maken van de romp een soort “vast punt” van waaruit de ledematen kunnen bewegen. Ook vangen zij de krachten op het lichaam op zodat onze lichamen niet als slappe poppen alle kanten op slingeren. De bewegingsspieren zorgen voor beweging (zoals bijvoorbeeld lopen, het hoofd bewegen). Zoals ik in het
artikel over paarden
al schreef:
“Houdingsspieren zijn diepgelegen en hebben korte vezels, en er lopen veel pezige structuren doorheen. Ter hoogte van de wervelkolom overbruggen ze slechts één of enkele wervelgewrichten. Bewegingsspieren hebben juist lange vezels, waardoor er veel ruimte is om samen te trekken en uit te rekken. Ze zijn meer oppervlakkig gelokaliseerd en overbruggen vaak meerdere gewrichten, zodat ze een meer globaal effect hebben. Ook bestaan deze spiergroepen uit verschillende types spiervezels, die geoptimaliseerd zijn voor de bijbehorende functie. De houdingsspieren hebben een groter percentage aan type I vezels, oftewel de slow twitch vezels. Deze vezels kunnen langere tijd samengetrokken blijven, maar genereren niet veel kracht. De bewegingsspieren hebben een groter aandeel type II vezels (welke weer kunnen worden onderverdeeld in IIa en IIb), de fast twitch vezels. Deze vezels leveren veel kracht, maar raken ook sneller uitgeput. Wanneer de houdingsspieren niet voldoende ontwikkeld zijn, moeten de bewegingsspieren een deel van hun functie overnemen. Dit is natuurlijk niet wenselijk, omdat de bewegingsspieren hier niet voor geoptimaliseerd zijn. Er ontstaat spanning in deze spieren, wat niet alleen de functie van de spier maar ook de functie van de bijbehorende gewrichten negatief beïnvloedt. Een stijve rug en stijvere bewegingen zijn het resultaat.”
Het is dus best wel belangrijk dat je hond over sterke stabiliteitsspieren beschikt. Zwakte van deze spieren zorgt voor compensatie in andere spiergroepen, wat op de lange termijn tot blessures kan leiden. Door aan de core stability (ofwel stabiliteit) te werken, kunnen de prestaties van honden die gebruikt worden in de sport ondersteund worden. Bijvoorbeeld tijdens een breedtesprong is kracht in de wervelkolom nodig om het lichaam recht te houden. Maar ook gezelschapshonden kunnen in hun enthousiasme de vreemdste bewegingen maken, die beter opgevangen kunnen worden wanneer de houdingsspieren goed ontwikkeld zijn.
Doordat het stress van de bewegingsspieren en gewrichten haalt, kan een goede stabiliteit herstel bevorderen, bijvoorbeeld na een operatie, of discomfort door artrose verlichten. In zulke gevallen is het wel raadzaam eerst even overleg te plegen met je dierenarts voordat je aan de oefeningen begint.
Hoe weet je wanneer je stabiliteit moet trainen? Eigenlijk is het altijd nuttig om de stabiliteit te onderhouden, zodat je hond zijn lichaam ook goed blijft gebruiken wanneer je meer van hem gaat vragen. Ook zullen honden er profijt van hebben bij het ouder worden, zo blijven ze sterk en zullen deze spieren niet afzwakken. Er zijn echter ook een aantal signalen die wijzen op een slechte stabiliteit, zoals:
- Moeite hebben met vierkant blijven zitten of staan; de hond verandert vaak van positie of gaat snel liggen
- Moeite hebben met het veranderen van positie
- Een achterhand die erg ‘slingert’
- Een ‘doorgezakte’ rug
- De hond is 'onhandig': hij struikelt vaak of botst tegen dingen aan
Voor honden zijn er enorm veel verschillende stabiliteitsoefeningen, je kunt er zelfs les in volgen! Ook zijn er allerlei attributen op de markt, zoals balansballen en cavaletti. Als je hierin geïnteresseerd bent, raad ik je zeker aan om eens een proefles of een workshop te volgen. Het is een superleuke manier om met je hond bezig te zijn èn hij wordt er fysiek ook nog eens beter van! Houd je het liever simpel en laagdrempelig, dan zijn hier een aantal oefeningen die je gewoon thuis, zonder benodigdheden (behalve koekjes ;) ), uit kunt voeren:
- Zit naar staan: laat je hond vierkant zitten, en vanuit deze houding naar stand gaan waarbij de voorpoten op hun plek blijven. Herhaal dit 10 keer. Next level: voeg vierkant liggen toe.
- Buigen richting heup: laat je hond vierkant staan, en lok hem met een koekje richting zijn heup. Houdt de positie ongeveer 5 seconden vast en laat hem dan de andere kant op buigen. Hierbij mag hij zijn poten niet verplaatsen. Doe dit 10 keer naar beide zijdes.
- Poten optillen: Laat je hond vierkant staan en til één voor één zijn pootjes op. Houdt elk pootje 30 seconden vast, of bouw op naar 30 seconden als hij niet zo lang stabiel blijft. Next level: til twee diagonale pootjes tegelijk op.
- Gewicht verplaatsen: Laat je hond vierkant staan, plaats aan elke kant van zijn ribbenkast een hand en wiebel hem zachtjes heen en weer. Deze beweging hoeft maar heel klein te zijn, hij mag zijn poten niet verplaatsen. Dit kun je van links naar rechts (1 minuut) en van achter naar voor (1 minuut) doen.
Probeer de hoofdpositie bij deze oefeningen neutraal (horizontaal) te laten. Wanneer je hond omhoog kijkt en zijn rug hol maakt, worden de buikspieren minder geactiveerd. Zorg voor een goede ondergrond met grip, zodat je hond niet aan hoeft te spannen om niet weg te glijden. Let er ook op dat je niet met een vermoeide hond aan de slag gaat. Je kunt deze oefeningen dagelijks doen, of een aantal keer in de week (minimaal drie keer). Je kunt per keer alle oefeningen doen, of er een aantal uitkiezen. Bouw de duur of het aantal herhalingen langzaam op, de buikspieren verzuren snel. Vijf tot tien minuten per keer hiermee bezig zijn is voldoende. Ga ook zeker niet over de grenzen van je hond heen. Als hij bijvoorbeeld zijn heup niet kan bereiken zonder zijn pootjes te verplaatsen, houd je het koekje gewoon wat dichterbij en bouw je de oefening langzaam uit. Wanneer je merkt dat er geen vooruitgang meer is, kun je teruggaan naar één keer in de week voor onderhoud. Vooral bij het optillen van de pootjes kun je goed zien hoe de balans van je hond is en kun je deze blijven monitoren. Core stability is namelijk wel iets dat je moet onderhouden. Merk je dat hij achteruit gaat, bouw je de oefeningen gewoon weer op.