Een belangrijke houdingsspier is de m. multifidus (of mm. multifidi). Deze bestaat uit vele spierbundels die dicht langs de thoracale en lumbale wervelkolom liggen, en van de zijkant van de wervel naar het doornuitsteeksel van een voorgelegen wervel lopen (simpel gezegd). Ze vangen de krachten op de wervels op om ze op hun plek te houden. Hierdoor spelen ze een belangrijke rol in de rompstabiliteit. Uit onderzoek bij mensen is gebleken dat deze spier erg snel in volume kan afnemen in reactie op pijn. Na drie dagen werd er al een significante afname gemeten op de plek waar de pijn zich bevond. Hierdoor ontstaat lokaal een instabiliteit van de wervelkolom en asymmetrie tussen de linker en rechter multifidus. Ook wanneer de pijn weggenomen was, bleef de atrofie aanhouden, tenzij de spier door middel van oefeningen weer geactiveerd werd. Dit voorkwam ook het terugkeren van de rugpijn. Bij paarden blijkt dit ook zo te werken.
Omdat de spier zo snel in volume afneemt en rugpijn vaak voorkomt bij paarden, is de kans groot dat je paard geen optimale en/of een asymmetrische m. multifidus heeft. Gelukkig zijn er oefeningen ontwikkeld om deze spier te activeren. Dit zijn zogenaamde stabiliteitsoefeningen, of core exercises. Uit onderzoek is gebleken dat het uitvoeren van deze oefeningen drie keer per week gedurende zes weken al maximaal effect heeft. Hierna is het wel belangrijk de oefeningen zo nu en dan te blijven herhalen, voor onderhoud. Na een behandeling zijn dergelijke oefeningen eigenlijk een must, om te voorkomen dat door lokale zwakte de pijn snel weer terug komt. Maar ook als je paard (nog) geen problemen laat zien, is het goed om aan zijn stabiliteit te werken. Het optimaliseren van de houdingsspieren haalt stress van de bewegingsspieren en gewrichten, en voorkomt problemen op de lange termijn. Daarbij bevordert het de symmetrie wat de training ten goede komt.
Bij al deze oefeningen is het de bedoeling dat je paard zelf de bewegingen maakt. Het handigste is om hem met iets lekkers in de gewenste richting lokken met zijn hoofd. Ga daarbij niet over zijn grenzen; als hij niet bij zijn heup kan komen laat je hem gewoon iets minder ver buigen en probeer je dit langzaam op te bouwen. De oefeningen bestaan uit een dynamisch en een statisch deel, oftewel een bewegend en een stilstaand deel. Je paard moet dus in de gewenste richting bewegen en daarna de houding even vasthouden, zo’n vijf seconden is voldoende. Persoonlijk vind ik de "likbakjes" het handigste werken om het paard de beweging uit te laten voeren en even vast te houden. Als je paard netjes uit je hand eet zonder je vingers mee te nemen, kun je hiervoor ook brokjes of muesli gebruiken. Zo is hij even bezig om het voer uit je hand te pakken en houdt hij automatisch die vijf seconden vast. Als je een gulzig paard hebt is het veiliger om een wortel of iets dergelijks te gebruiken. Ook kan het gebeuren dat tijdens het aanleren van de oefeningen je paard snel het voer uit je handen probeert te grissen, omdat hij denkt dat je het van hem weg wilt nemen wanneer je het voer naar de gewenste positie beweegt. Blijf dus goed op de veiligheid van je vingers letten. Een andere optie is dat je je paard leert targetten. Hierbij leer je hem een voorwerp aan te raken (bijvoorbeeld een zweep), waarna je hem eventueel een beloning kan geven. Voor te dikke paarden, of paarden die om wat voor reden dan ook liever geen extra voer mogen, is dit ook een betere optie. Op internet is hier veel over te vinden, bijvoorbeeld: https://www.allesoverpaardenruiter.nl/targetten-leren-vrijheidsdressuur/. De oefeningen kunnen het beste direct vóór de training gedaan worden, of zonder training, zodat je niet aan de slag gaat met een vermoeide m. multifidus.
Maar om welke oefeningen gaat het nu? Hier komen ze:
Zijwaartse buigingen:
- Neus richting singelgebied, hierbij kun je tegen de schouder van je paard staan en hem om je heen laten buigen
- Neus richting flank, ook hierbij kun je hem om je heen laten buigen
- Neus richting spronggewricht, ga hierbij achter of ter hoogte van de achterhand staan, afhankelijk van hoe ver je paard komt
Herhaal deze oefeningen vijf keer aan beide kanten.
Neerwaartse buigingen:
- Neus richting borst
- Neus tussen voorbenen, ter hoogte van de voorknie (carpus)
- Neus tussen voorbenen, ter hoogte van de kogels
Herhaal deze oefeningen ook vijf keer.
Voorwaartse stretch:
- Neus zo ver mogelijk vooruit
Deze oefening kun je gebruiken om de hals te laten ontspannen na afloop.
Probeer het paard tijdens de oefeningen zo vierkant mogelijk te houden, en probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat hij opzij of achterwaarts stapt. In het begin zal dit misschien niet lukken, maar je zult merken dat er snel verbetering is!
Hilary M. Clayton. Core training and rehabilitation in horses. Vet Clin Equine 32 (2016) 49–71
K de Oliveira et al. Gymnastic training and dynamic mobilization exercises improve stride quality and epaxial muscle size in therapy horses. J Equine Vet Sci (2015) 35:888–93